Het jaagpad aan de Leidsche Rijn:
3 x per week voor 20 cent van Harmelen naar Utrecht….

In 2015 is de renovatie van het jaagpad vanaf de dorpsbrug richting Woerden uitgevoerd. Het afgelopen jaar is het gedeelte vanaf de brug richting Utrecht gerenoveerd. De Stichting Hugo Kotestein heeft de teksten en foto´s aangeleverd voor de informatieborden. Hierop wordt de geschiedenis van het jaagpad leesbaar en zichtbaar.
Aan de rand van het dorp staat een foto van een trekschuit met daarop de volgende tekst:
Met de trekschuit langs het jaagpad. In 1663 besluiten de steden Utrecht, Woerden en Leiden een jaagpad langs de Leidse/ Oude Rijn aan te leggen, met als doel het scheepvaartverkeer met trekschuiten te bevorderen. Voor een goede doorvaart verbetert men de sluizen Heldam en Haanwijk.
Zo wordt het mogelijk gemaakt om passagiers en goederen per schip te vervoeren. In 1827 stelt het gemeentebestuur een “Reglement voor schippers op het veer van Harmelen naar Utrecht-Amsterdam-Gouda en Woerden” vast.
De schippers moeten met een overdekte vrachtschuit varen. Harmelen-Utrecht: dinsdag en donderdag en zaterdag, ’s morgens heen en ’s middags terug. Harmelen-Amsterdam: dinsdag heen en woensdag terug. Harmelen-Gouda: onregelmatig en alleen als er tijdig vracht was besproken, wat tijdens kaasmarkten het geval was. Later is er ook op Rotterdam gevaren.
In de bocht van de Rijn komt de verdwenen rollepaal terug. Naast deze paal komt een plat informatiebord met tekst over de duiventoren, de maalderij, de Bijleveld en rollepaal. Over het jaagpad heeft een paard of mens de trekschuit met een lang touw voortgetrokken. Bij scherpe bochten zijn rollepalen aangebracht om het touw te leiden. De schuit moest namelijk nog een stukje rechtdoor varen, terwijl het jaagpad (en het touw) de bocht al om was.
Het ANWB bord op het Wapen van Harmelen heeft de volgende tekst:
Vanaf rechthuis het Wapen van Harmelen vertrok vroeger de trekschuit naar Utrecht, Amsterdam en Gouda. De vertrektijden regeling was aan strenge regels gebonden. “Na het derde gelui van de bij het jaagpad geplaatste schel mag de schipper zijn passagiers niet langer dan een kwartier laten wachten”. De vervoerstarieven waren als volgt vastgesteld: personen in de roef 20 cent, personen in het ruim 15 cent, een vet varken 30 cent, een mager varken 10 cent, een koe 75 cent en een zak aardappelen 10 cent.